De knoppen aan de bomen hoor je bijna kraken. Ze zuchten net
als wij. De kou heeft hen nog steeds in zijn ijzige greep. Hier en daar is een
knop of struik al ietsje verder. Op een luwe plek of tijdens een spaarzaam
lentemomentje heeft het alle moed vergaard alvast een beetje te ontluiken.
Kleine bladblaadjes zien er wat kouwelijk uit in hun dunne groene jasjes. De
vogels zijn desondanks gewoon begonnen. Kou of niet, ze vormen weer paartjes, maken
een nestje en laten zich drijven door de
voorjaarsprikkels onder hun gevleugelde jas. Kieviten, grutto’s en scholeksters
grazen door het gras en de bosuil heeft zijn jongen als kersverse uilskuikens
in de boom gezet. De schepping wacht op het lentezonnetje. Ondanks de kouwe oostenwind
voel je soms dat de warmte van zijn stralen langzaamaan sterker wordt. Het wachten duurt lang dit
jaar. De lente wil maar niet komen. Maar
als straks de lente echt aanbreekt dan gaan de sluizen van de natuur met volle
kracht open. Dan bulderen de takken aan de bomen niet langer door de wind maar
stroomt er leven vanuit onzichtbare wortels tot hoog in hun groene kruinen. Dan
springen alle knoppen open , ja overal waar je kijkt. Dan kan de lente echt
beginnen. Dan heeft het leven toch weer
glorieus overwonnen net als bij Pasen. Fijne
paasdagen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten