zaterdag 24 december 2011

Ik ben er klaar voor!

Alles is klaar.
Boodschappen gedaan. Huis opgeruimd en schoon.
De laatste versieringen boven de Kerststal in de open haard vanmiddag nog even aangebracht.
De schoorsteenmantel is fleurig versierd met kleine sier appeltjes en takjes groen. Het ziet er mooi uit.
Nu branden de kaarsen en waxinelichtjes om de sfeer in ons fijne huisje aan de dijk nog wat te versterken.
Ik ben er klaar voor. Het Kerstfeest kan wat mij betreft beginnen.
Het feest van de geboorte van een klein kind.
Een kind wat 2000 jaar geleden kwam waar bijna niemand op zat te wachten.
Niemand was klaar voor zijn komst.
Zelfs zijn eigen ouders moesten van alles improviseren om de geboorte van dit kind mogelijk te maken. Er was geen plekje te vinden in het hele dorp.
Kun je je dat voorstellen?
Alle fatsoenlijke bedden waren bezet en niemand was bereid om zijn bed af te staan aan een hoogzwangere vrouw.
Niks voorbereidingen voor een feest! Alles ging compleet tegen alle regels in.
Het was de zoon van God die geboren werd. Je zou het niet zeggen als je het verhaal een beetje kent.
Wat een drama.
En dat drama vieren wij met Kerst!
Wel eens bij stil gestaan?
Wat betekent Kerst eigenlijk voor jou en mij?
Vrede op aarde?
Waar dan?
Ja, aan die rijk gedekte tafel in dat warme huis met die mooie auto voor de deur. Ja, zo kan ik het ook!
Maar dat is helemaal geen vrede. Dat lijkt meer op vreten. (sorry voor het woord)
Weet je, eigenlijk is er niets veranderd.
Ook nu na 2000 jaar zitten we nog steeds niet te wachten, zijn we niet klaar om Gods zoon te ontmoeten.
Toen niet daar in die stal en nu ook niet aan die mooi gedekte tafels.
Ik vind het elk jaar weer een hele klus moet ik zeggen. Niet om mijn boodschappen weer in huis te halen (dat is het zeker ook!). Niet om wat lekkers klaar te maken voor het familie diner.
Maar om echt klaar te zijn. Voor het echte Kerstfeest.
Om het Kerstkind binnen te laten in mijn huis (wat een stal soms, maar dat is ie gelukkig wel gewend) en in mijn leven.
Heer als U een stal niet te min vond, dan mag ik geloven dat U mijn hart ook niet te min vind.
Kom maar binnen Heer.
Ik wil met U Kerstfeest vieren.
Niet alleen in december maar elke dag van mijn leven.
Een feest dat nooit meer voorbij gaat!
Ik ben er klaar voor.

zondag 11 december 2011

Stel je eens voor.....

De vraag in mijn vorige blog om eens na te denken over hoe jij wilt dat God is heb ik de vorige keer aan jullie gesteld.
Vandaag stel ik hem aan mijzelf.
Het zou niet eerlijk zijn als ik jullie uitdaag en zelf aan de kant blijf staan.
Zo wil ik niet leven.
Dus hou je vast. Ik doe alsof ik God niet ken.
Ik ga een ideaal plaatje maken van een god die ik zelf bedenk. (in het volgende gedeelte schrijf ik God met een kleine g op de plek waar ik het over mijn eigen bedenksel heb)
Zoals ik vind dat een god zou moeten zijn. Zoals ik hem graag zie en zou willen wat hij is en doet.
Allereerst zou ik willen dat god heel erg aardig en liefdevol is. Dat hij in mij geïnteresseerd is. Dat hij mij heel goed kent zoals andere mensen mij niet kennen. Ik zou willen dat god mij altijd helpt in dit leven. Dat er geen dag voorbijgaat dat hij niet naast mij staat en voor mij zorgt. Ik zou willen dat ik god altijd begrijp en dat ik zou zien dat hij alles volmaakt doet. De eigenschappen die god naar mijn idee zou moeten hebben zijn: sterk (of liever het allersterkste), wijs maar niet op een arrogante manier, vriendelijk en geduldig, niet streng, menselijk, gevoel voor humor (is niet echt een eigenschap voor een god maar zou ik wel leuk vinden). Ik zou ook heel graag willen dat we hem kunnen zien. En dat we gewoon met hem kunnen praten zoals je dat ook met een goede vriend of vriendin doet. Als ik naar deze wereld kijk dan zou ik heel graag willen dat god wat deed aan alle ellende en onrecht in deze wereld. Het liefst vandaag nog. Ik zou willen dat hij alle slechte mensen en leiders nu ter plekke dood zou laten neer vallen. Zodat mensen en hele volken bevrijd worden van de druk waaronder ze moeten leven omdat één slecht mens dat bepaald heeft. Ik denk aan al die misbruiksituatie in het klein en in het groot. Dat is gewoon niet eerlijk en ik zou graag willen dat god er wat aan doet.
Ik zou willen dat alles volmaakt is. Ik, mijn man, mijn kinderen (en dan wil ik graag Jiska er ook weer bij) mijn familie enz. enz.. Ik heb er last van dat alles zo onvolmaakt is, en ik zou graag willen dat god alles volmaakt gaat maken. Geen enge ziektes (ik heb er mijn buik van vol!), geen ruzie, geen pijn in relaties, geen ouderdomsvlekken, geen hond met epilepsie, geen psychische klachten, geen bloemen die verwelken, geen verdriet door scheiding, dood of eenzaamheid enz enz. Deze lijst kan ik oneindig lang maken. Maar wat ik wil is duidelijk. Zou dat niet mooi zijn? Een volmaakte wereld om in te leven. Gemaakt door een volmaakte god. Wat lijkt mij dat geweldig!
Zo'n god zou ik wel willen.
Wat zou het mooi zijn als er zo'n god bestaat!
Ja toch?

vrijdag 25 november 2011

Bestaat God?

Stel dat God bestaat.
Ik weet niet of je het gelooft of niet. Dat maakt ook even niet uit.
Misschien heb je eigenlijk helemaal geen zin om je in die vraag te verdiepen.
Waarom zou je?
Je wilt er misschien liever helemaal niet over nadenken.
Want stel nu dat je er achter zou komen dat God wel bestaat. Dat het allemaal waar is?
Dat er met Kerst echt iets heel bijzonders is gebeurd? Je wilt er liever niet aan denken.
Wat zou dat dan kunnen betekenen voor jou?
Ik bedenk voor het gemak wat je antwoord zou kunnen zijn:

O, help, dan moet ik zeker naar de kerk!
Of, dan kan ik niet meer doen waar ik zin in heb.
Ik wil helemaal niet dat Hij bestaat.
Dat maakt het alleen maar ingewikkelder en moeilijk.
Dat boek de Bijbel snap ik helemaal niet.
Er staan zulke wrede en ouderwetse dingen in.
Nee, dank je, ik geloof niet dat ik daar zin in heb!
En ik wil niet bij die club horen van zogenaamde christenen. Of de kerk!
Ik heb er zoveel slechte dingen van gezien en gehoord.
Alleen dat houdt me al tegen.

Redenen genoeg zou ik zo zeggen.
En ik begrijp ze nog ook.
Eigenlijk ben ik het zelfs helemaal met je eens.
Als je in mijn hart kon kijken zie je daar dezelfde gedachten. Dat had je vast niet gedacht hé?
Mag ik je een andere vraag stellen?
Het is misschien een beetje oneerbiedig wat ik doe maar ik denk dat God het niet erg vindt. (als Hij bestaat natuurlijk...)
Als jij mocht bepalen hoe God zou zijn hoe zou jij dan willen dat God is?
Durf je die vraag te beantwoorden?
Je kunt de vraag ook gerust beantwoorden als je allang christen bent.
Het is een open vraag. Ik wil je niet alvast in een bepaalde richting duwen.
Beantwoord hem vanuit je eigen hart.
Ik ga je niet vragen om je antwoord hier op internet te zetten.
Maar misschien wil je het aan mij laten weten.
Ik beloof je dat ik niet ga preken.
Daar hou ik zelf ook niet zo van.
Mensen die altijd denken dat ze het al weten vind ik vaak heel vervelend.
Ik wil zelf nadenken.
Grote kans dat jij dat ook hebt.
Dus denk zelf eens na over de vraag die ik je stelde.
Ik hoop dat je dat durft.
Succes ermee!

vrijdag 18 november 2011

Er munt uit slaan

Een duit in het zakje doen. Geen cent waard. Voor een appel en een ei.
Het leven draait om geld. Maar waar vertrouwen we eigenlijk op?
Op een ei? Op grote cijfers met veel nullen? Of een papieren velletje met een x-bedrag erop gedrukt? Zowel het ei als een afschrift van de bank (wie krijgt ze nog?) heeft letterlijk geen enkele waarde.
En toch vertrouwen we erop.
Het is een dubbeltje op zijn kant. En vooral op de kleintjes letten.
Gisteren bezocht ik met man en kind het geldmuseum.
De moeite waard.
We konden zelfs aanschouwen hoe de munten in de geldfabriek geslagen werden.
Het leek veel op het schip met dubbeltjes waar mijn moeder het vroeger vaak over had als we weer eens bedelden om geld.
Geld.
Het hele leven lijkt alleen te draaien om geld.
Leerzaam om te zien. José leidde ons vakkundig rond omdat ze er stage loopt.
In een vitrine waren verschillende voorwerpen ten toon gesteld die op verschillende plaatsen en in verschillende tijden dienst deden als betaalmiddel.
Een zak met schelpen, een koperen enkelband, een trommel van tin, metalen pennen en gladde vuurstenen. Alles kon worden gebruikt als betaalmiddel.
Als men maar vertrouwde op de waarde ervan. Vertrouwensgeld.
Zolang het vertrouwen er was kon het betaalmiddel gebruikt worden om huizen te kopen, goederen, land of zelfs het bezit van een vrouw.
Eigenlijk is er niets verandert in al die jaren.
Aanvankelijk leek het dom dat mensen met schelpen konden betalen.
Dat had toch geen waarde? Je kon ze waarschijnlijk vinden op het strand.
Maar daar zat ik naast. Het bleken zeldzame schelpen te zijn in het land van gebruik.
En toen op een dag er schepen van de andere kant van de wereld kwamen met veel van deze schelpen verloor het ineens zijn waarde.
Het vertrouwen in de schelp als betaalmiddel verdween.
Munten en papiergeld kwamen er voor in de plaats.
Munten van geen enkele waarde. Papiergeld wat eigenlijk geen cent waard is.
Geld en aandelen verliezen hun waarde.
Het is het nieuws van de dag.
Maar we vertrouwen erop.
Of zullen we dat maar niet doen?
Aan jou de keus!

woensdag 2 november 2011

Verhaal zonder woorden

Vandaag een verhaal zonder woorden.
Ik was vandaag diep onder de indruk van de pracht en praal van de herfst.
Samen met mijn fototoestel ben ik er op uit getrokken.
Geniet maar mee.
Alle foto's heb ik zelf gemaakt.
Tip: als je op de foto dubbelklikt krijg je een grote weergave die nog veel mooier is.










zondag 30 oktober 2011

Babbelen voor het slapen gaan.

Dit stukje draag ik op aan José!
Ze vond de andere stukken vaak veel te lang. Dus speciaal voor haar een korte!

De sleutel in mijn hand haal ik gefrustreerd weer uit het slot.
Dit keer druk ik nog harder op de bel.
Hij zal me toch wel horen?
Ik tuur door het keukenraam naar binnen maar zie geen enkel teken van leven. Overal brandt er licht.
Als ik nog een keer op een andere deurbel druk klinkt een harde stem uit de slaapkamer.
Met grote stappen komt Ad even later naar de voordeur gelopen. Zijn armen maken brede bewegingen alsof het roeispanen zijn die hem vaart en stabiliteit moeten geven.
Zijn schelle, harde stem is zelfs voor slechthorenden te verstaan: "Wat ben je vroeg!"
Hij kijkt me grijnzend aan. Zijn tandeloze mond moet extra werk verzetten om zich goed verstaanbaar te maken. "Maar kom maar binnen hoor!"
Met zijn zware, aangepaste schoenen loopt hij voor me uit terwijl ik uitleg waarom ik ietsje eerder ben.
Het maakt Ad niet uit.
Hij doet wat hij moet doen. Ik realiseer me dat vroeg komen geen enkel voordeel zal hebben.
Slechts dat ik nu wat langer moet wachten totdat het ritueel is afgewerkt.
Pas klokslag half acht zal Ad onder de lakens mij goede nacht wensen en ik hem.
Zo gaat dat al jaren. Mijn haast zal daar zeker geen invloed op hebben.
Dom dat ik dat niet eerder heb gerealiseerd.
Terwijl Ad vaardig zijn katheterslang afkoppelt en het zakje aan mij overhandigt kletst hij enthousiast door.
"Straks nog even met mijn vader babbelen". Hij kijkt me lachend aan.
"Ja, dat doe ik altijd voordat ik ga slapen". Ik kijk lachend terug.
Zo eenvoudig is bidden voor hem.
Terwijl Ad intussen instructies geeft wat ik moet doen praat hij verder.
Twee levendige blauwe kijkers kijken me een beetje ondeugend aan.
"Ik vraag ook maar aan mijn vader of hij Annie weer beter wil maken. Ik kan haar niet missen hoor. Hij kan haar knie wel weer fiksen!" Ad maakt zich duidelijk zorgen over een begeleidster die vandaag lelijk gevallen is.
Ik loop met het urine zakje naar het toilet om het te legen.
Als ik terug loop naar de slaapkamer geeft Ad mij de klem waarmee ik de zak aan zijn bed kan bevestigen. Vol bewondering kijk ik naar deze oude man. Hij geniet van zijn leven. Zijn gezicht straalt. Alle aandacht en zorg die hij krijgt verandert vanzelf in een lichtstraal in zijn vriendelijke ogen. Zijn grapjes zijn vol humor en vrolijkheid.
Een glimlach onderstreept zijn kinderlijke maar rotsvaste geloof.
Zijn eenvoud raakt me diep van binnen.
Als ik even later zijn voordeur achter me dicht trek klinken zijn woorden nog na.
In mijn hand heb ik een rolletje van een keukenrol die hij in de gang had klaargelegd zodat ik hem in de papier container kan deponeren.
Ik schud lachend mijn hoofd: "Nog even met mijn vader babbelen"!


In verband met privacy heb ik andere namen gebruikt.

donderdag 13 oktober 2011

levensgevaarlijk gebied

Sinds kort heb ik een mooi wandelstekkie gevonden.
Een klein stukje verder langs de dijk achter een boerderij ligt in het weiland een baggerdepot.
Ik zie regelmatig veel vogels daar opstijgen en neerdalen vanuit mijn huiskamer. De interesse was daardoor gewekt door mijn vogel-gevoelige zintuigen. Ik zie ze nogal gauw vliegen namelijk.
Die prachtige, ongrijpbare, wonderlijke wezens die in ons luchtruim enorme prestaties leveren en mij vaak tot diepe verwondering en ontroering brengen. Of het nu koolmeesjes zijn, kuifeenden of bosuilen. Ik vind ze allemaal mooi.
Maar nu even terug naar het baggerdepot. Het duurde even voor ik de moed had verzameld om netjes bij de boerderij te gaan vragen of ik bij het baggerdepot mocht wandelen en vogelen. Ik moest immers over hun erf en wist ook dat bij het baggerdepot grote letters op borden mij nadrukkelijk wijzen op een verbod van aanwezigheid.
Toen ik het erf op liep kwam harde muziek uit de loopstal mij schallend tegemoet. Het ritme en de veronderstelling dat er iemand aanwezig was gaf me moed om de stal in te lopen. Geen mens te bekennen. Wel koeien. In grote getale keken ze mij met gelijknamige ogen nieuwsgierig aan.
Hallo jongens, ehh... meisjes, hebben jullie de boer ook gezien?
Hun grote koeienkoppen beloofden geen zinnig antwoord. Moeilijk communiceren.
Gelukkig vond ik even later een jonge dame die met haar fiets het erf op reed.
Ik sprak haar vriendelijk aan waarom ik zo brutaal was geweest om het erf op te lopen.
Toen ik haar mijn vraag stelde vertelde ze mij dat het geen enkel probleem was.
Ik mocht helemaal mijn gang gaan. Zo vaak als ik maar wilde.
Dus dat doe ik nu. Heerlijk een rondje baggerdepot!
Het is er fantastisch! Vandaag zulke prachtige wolkenluchten en weilanden overal waar je kijkt.
Daar geniet ik enorm van.
Maar ik realiseerde me dat het wel gevaarlijk is!
Toen ik vanmiddag gewapend met mijn fototoestel en verrekijker het erf op liep stond een grote zwarte rottweiler me vragend aan te kijken. Zijn vraag leek vooral te zijn; Wat doe je hier? Ik ken je niet! En vertrouw je helemaal niet!
Ach, ik ben best een stoere meid, dus ik liep gewoon door alsof ik hem niet zag.
Tja, dat kan je doen, maar hij had mij wel gezien!
Dreigend kwam hij blaffend op me af en volgde mij tot aan het hek.
Toen ik aanstalte maakte om over het hek te klimmen blafte hij nog wat harder.
Eenmaal aan de andere kant van het hek sprak ik hem vriendelijk toe. Dat ie toch zo lief was en zich vooral geen zorgde hoefde te maken over wat ik ging doen.
Opgelucht haalde ik wat extra adem (er was genoeg frisse lucht voorhanden) en vervolgde mijn tocht.
Een klein stukje verder lag het baggerdepot. Grote borden wezen mij erop dat ik levensgevaarlijk bezig was. Twee handen staken op het bord dreigend omhoog. Gelukkig zag ik in het baggerdepot geen dergelijke handen om hulp roepen. Maar ik was gewaarschuwd.
Ik wilde slechts van de rust en de natuur genieten.
Ik zou echt niet over de damwand heen klimmen en in het baggerdepot duiken.
In en bij het baggerdepot zag ik veel vogels. Kieviten, reigers, meeuwen, nijlganzen en een aalscholver. Niet echt bijzonder voor een vogelaar maar wel mooi.
Vanuit de weilanden rondom mij keken nieuwsgierig alle koeien mijn kant op. Een paar kwamen zelfs op een drafje naar mij toe gehuppeld om mij wat beter te kunnen zien. De schapen die rondom het baggerdepot graasden liepen verontrust voor me weg. Zodra de één in beweging kwam volgde de rest vanzelf. Ik besefte me dat ik hun rust had verstoord. In een nabijgelegen weiland vloog een grote groep kieviten in paniek weg. Ach jongens toch, zei ik zachtjes, jullie hoeven niet te schrikken! Maar ik geloof niet dat ze me begrepen. Het was wel een prachtig schouwspel in de blauwe heldere lucht.
Terwijl ik met mijn wandelschoenen door de drassige grond baggerde bracht mijn aanwezigheid bij elke stap onrust in de natuur om me heen.
Op een paaltje zat een gitzwarte aalscholver in het zonnetje. Toen ik met mijn verrekijker hem beter wilde bekijken zag ik dat hij van angst moest schijten(sorry!).
Jongens ik doe geen vlieg kwaad, zei ik tegen het schaap wat even later in paniek de wal op klauterde met zijn vieze achterwerk. Ik vind jullie juist zo knap! Ik zou als ik die wal op zou klauteren van voren er net zo uit zien als jij nu van achteren. Maar ze schenen het allemaal niet te begrijpen.
Toen ik even later het pad weer af liep naar de boerderij sloeg ik een vervelend vliegje van mijn bril.
De borden met "levensgevaarlijk terrein" torenden hoog boven het baggerdepot uit met hun dreigende tekst.
Ik vroeg me af, voor wie stonden die borden hier eigenlijk?

dinsdag 4 oktober 2011

Boos op God

Wie heeft dat nou niet! Boos zijn op God.
Gevoelens van irritatie en heftige waarom vragen aan het hemelse adres.
Vaak is God niet te begrijpen. Vooral op die moeilijke momenten als dingen heftig en zwaar zijn.
Ik heb het ook. Ik geef het eerlijk toe.
Voordat je denkt dat ik zal gaan preken, daar hoef je niet bang voor te zijn. Dit stukje gaat helemaal over mijzelf. Je kunt het met een gerust hart lezen.
Ik denk dat ik voor de meesten van jullie als een zeer gelovige vrouw overkom of bekend sta.
Ik ga al jaren meestal elke zondag trouw naar de kerk. Ik bid netjes voor mijn dagelijks boterham met oude kaas en mijn warme prakkie. Ik lees zelfs in dat oude boek de Bijbel. Tjonge.
Als je dan toch geen goed christen ben dan weet ik het ook niet meer.
Maar zoals beloofd hier een bekentenis.
Ook ik heb soms boze gedachten en gevoelens naar God toe. Ik begin nu een beetje te begrijpen waar ze vandaan zijn gekomen. Ik vertel dit aan de hand van een verhaal uit de Bijbel.
Ik zal het in mijn eigen woorden vertellen.
Er was eens een man. Hij had twee zoons, de oudste was Nico en de jongste heette Bram. Hij hield van allebei ook al waren ze heel verschillend van karakter. Nico was trouw, en had een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Hij deed wat zijn vader aan hem vroeg. Hij werkte hard en ging wonen in het huis achter de boerderij van zijn vader. Zijn hele leven werkte hij op het land en het bedrijf van zijn vader maakte winst door zijn goede management.
Zijn vader zal wel trots op Nico geweest zijn.
Bram de jongste was heel anders. Die hield niet van de gebaande wegen. En al helemaal niet die van zijn  vader. Bram wilde voluit leven en genieten. Geen regels die hem zouden beperken en zeker geen saai leven waarin van alles moet. Op een dag pakte hij zijn koffer en nam het vliegtuig naar de andere kant van de wereld. Hij zocht de zon op en het vertier met mooie vrouwen en veel bier. Zijn vader betaalde wel.
Hier stop ik even met mijn verhaal en stel jullie een vraag. Op welke zoon lijk ik het meest?
Nico of Bram? Geen moeilijke vraag toch? Ik denk dat je gelijk hebt.
Helaas voor mij. Want het verhaal gaat verder en dan kom ik er toch niet zo goed vanaf.
Luister maar.
Nico doet dagelijks trouw wat van hem verwacht wordt. Het bedrijf van zijn vader vaart er wel bij. Hij maakt lange dagen en gunt zich niet veel tijd voor hobby's en ontspanning. Hij is tevreden over zijn werk. Later met zijn pensioen hoopt hij van zijn  welverdiende rust te genieten. Aan zijn broer Bram denkt hij liever niet. Die heeft het allemaal verprutst. Nico verwacht niet dat hij ooit nog welkom is op de boerderij. De lozer!
Bram komt na een tijd van uitbundig uitgaan in de geld problemen. Zijn pinpas is geblokkeerd en er is geen cent meer te makken. Hij krijgt ruzie met zijn hotelmanager omdat hij de rekeningen niet betaald. Uiteindelijk staat hij elke avond in de keuken de vieze troep af te wassen om zijn kleine donkere zolderkamer te betalen. De restjes van de borden eet hij stiekem op omdat hij geen geld heeft om zelf eten te kopen. Vrienden heeft hij niet meer. Die willen alleen maar uitgaan en drinken op zijn kosten.
Wat baalt hij ervan. Hoe heeft het zo kunnen lopen? Met weemoed denkt hij terug aan zijn jeugd. De tijd dat hij een schoon bed had en de bedienden van zijn vader hem elke dag ruimschoots een goede maaltijd voorzetten. Het verlangen naar huis wordt elke dag groter. Op een dag besluit hij met een vrachtwagen naar Nederland mee terug te liften. Als ie alleen al stalknecht kan worden is ie al blij.
Tot zijn grote verbazing wordt hij thuis warm en liefdevol ontvangen. Zijn vader is zo blij dat Bram weer thuis is gekomen. Hij had hem zo gemist want hij hield van hem. Ook al had hij een heel ander karakter dan Nico. Het was zijn zoon! En hij was weer thuis. Zijn vader organiseerde een groot feest ter ere van zijn  thuiskomst. Bram ontdekte dat het nergens zo goed was als thuis. Hij zag nu pas echt dat het geen leven vol beperkingen was. Maar dat zijn vader een goede en liefdevolle man was die wilde dat hij gelukkig zou zijn.
En nu Nico, de oudste zoon. Waar is ie in het verhaal gebleven? Kijk daar zit ie. Te mokken achter de schuur, hij trapt van boosheid en frustraties tegen de deurpost die aan splinters vliegt.
Hij heeft helemaal geen zin in een feestje. Zijn ze gek geworden? Hij heeft zijn vader nog nooit zo zien huilen. Niet van verdriet maar van overweldigende blijdschap omdat die lapzwans van een Bram weer terug is. Is hij vergeten dat hij al het geld van zijn vader had opgezopen en aan de meest vulgaire dingen had uitgegeven? Nico is razend. Boos om de vergevingsgezindheid van zijn vader. Waarom hield hij nog steeds van Bram? Die verdiende het niet, maar hij wel. En hij merkte het nooit. Voor hem werd nooit een feestje gehouden.
En hier komen we bij de boosheid van Nico. Je weet wel de zoon waar ik zoveel op lijk!
Net zoals Nico doe ik mijn hele leven mijn best om te leven zoals ik denk dat God dat van mij vraagt.
Uit plichtsbesef, uit trouw en misschien ook wel uit angst.
Daardoor kan ik nauwelijks zien en beleven dat God, mijn vader, enkel en alleen mijn geluk voor ogen heeft. Hij wil dat ik geniet van alles wat ik heb. Van mijn relatie met mijn man, mijn kinderen, een pasgeboren baby of een speelse hond. Het leven in alle facetten en veelkleurigheid, werken, muziek, bezittingen, enz. enz. Thats all! En die gehoorzaamheid is geen doel op zich maar draagt er slechts toe bij dat ik in vreugde kan leven in vrede en liefde met God en met mijn naaste.
Dan wordt het een feest om te leven in de nabijheid van een liefdevolle vader.
Ik geloof dat ik toch maar mijn feestjurk uit de kast ga halen!

zondag 25 september 2011

Nooit te oud om te ........

Een week geleden ben ik op mijn 51e nog aan een cursus begonnen.
Een basis training coachen.
Ik geloof dat een mens nooit ophoudt met leren of nooit op zou moeten houden met leren.
Grote bewondering heb ik voor oudere mensen die op een zeer respectabele leeftijd open staan voor nieuwe dingen. Geïnteresseerd zijn wat hun kinderen en kleinkinderen zoal doen. Vragen durven stellen als ze het niet begrijpen en daardoor wellicht de generatiekloof durven overbruggen in plaats van het voor lief te nemen dat ze de wereld buiten nu eenmaal niet meer begrijpen. Mijn eigen moeder van 91 stuurt regelmatig een sms naar haar kinderen of kleinkinderen. Helemaal top vind ik dat.
Het leren houdt nooit op. Als je stopt met leren wordt je verstokt en raak je wellicht zelfs verstoken van de mooie dingen van het leven.
Om even bij mezelf terug te komen ontdek ik juist dat ik steeds meer wil leren. Ik heb de smaak te pakken van veranderingen, vernieuwing, verdieping en verlossing.
Zoals in een aantal van mijn vorige blogs te lezen is ben ik afgelopen tijd door een heel proces gegaan. Een proces van goed en eerlijk naar mezelf durven kijken.
Dat kon ik omdat ik keek in de spiegel van Gods liefde en geduld.
Ik weet niet hoeveel tijd jij besteed aan voor de spiegel staan, maar ik meestal niet zoveel. In de ochtend ontmoeten wij elkaar als ik me klaar maak voor de nieuwe dag. Een check of mijn krullen de juiste kant op wijzen en mijn kleding keuze de juiste is. Vaak pas in de avond kom ik mijn spiegelbeeld weer tegen als ik bijna op weg ben naar mijn laatste rustplaats die dag. Soms constateer ik dan dat een extra blik in de spiegel niet overbodig was geweest zodat ik mijn soms onwillige haar  tot de orde had kunnen roepen. Maar ach, het kan me vaak niet zo veel schelen.
Ik ben niet zo'n spiegel kijker. Ik geloof het wel. Ik ben een ze-nemen-me-maar-zoals-ik-ben-type.
Het gekke is dat ik emotioneel en geestelijk het tegenovergestelde ben.
Zo weinig aandacht ik besteed aan het uiterlijk zoveel besteed ik dagelijks aan mijn innerlijk.
Ik wil dat ik van binnen een mooi mens ben.
Afgelopen tijd heb ik dus veel in de innerlijke spiegel gekeken zal ik maar zeggen.
Vaak was ik helemaal niet blij met wat ik daar zag.
De oneffenheden van verkeerd gedrag of liefdeloosheid was nog niet eens wat mij zo verwarde als ik keek. Maar veeleer waren in mijn spiegelbeeld een aantal patronen steeds weer zichtbaar wat mij werkelijk verontruste.
Er was verzet, onweerstaanbare angsten en twijfels, hoogmoed en een hartgrondige tegenzin om iets of iemand toe te laten in mijn binnenste. Zelfs het aanvaarden van onvoorwaardelijke liefde was niet mogelijk. Ik zag het in de spiegel van mijn hart.
Belemmeringen worden ze genoemd in de cursus die ik nu doe. Ze worden veroorzaakt door overtuigingen die heel diep van binnen in een mens zijn weggekropen. Bijna onzichtbaar doen ze hun vernietigende werk. En bouwen hun muren waardoor je niet verder kunt komen.
Obstakels die voorkomen dat je tot je doel komt.
En dat is nu juist wat ik afgelopen periode heb geleerd. Mijn belemmeringen heb ik keer op keer beleden aan God. "Vader ik kan mijn hart niet veranderen, maar U kent mijn hart. U aanvaard mij zoals ik ben. U kunt veranderen wat ik zelf niet kan."
De kunst van in Gods spiegel kijken is deze: Je ziet met eigen ogen dat God van je houdt zoals je bent. En je durft te kijken naar je eigen hart. Naar je eigen belemmeringen. Naar de dingen die je zelf niet kunt veranderen daar diep van binnen.
Het is soms een hele weg om eerlijk naar jezelf te durven kijken.
Daar is veel vertrouwen voor nodig.
Het vertrouwen dat je niet afgewezen wordt.
En dat is nu net wat ik geleerd heb.
En ik wil nog veel meer leren.
Ik heb geleerd dat God te vertrouwen is. Hij wijst mij niet af. Zelfs niet als ik in zijn perfecte spiegel kijk. Hij wil mij nog zoveel leren in dit leven. Zodat ik ten volle tot bloei kan komen. Al is het na mijn vijftigste en begint mijn lijf al hier en daar wat af te takelen. Mijn geest verjongt zich elke dag.
Dat wil ik blijven leren. Daar ben ik nog lang niet te oud voor.

maandag 12 september 2011

Leve de herfst!

Zo langzaamaan begint de herfst zijn eerste voetsporen voorzichtig neer te zetten in de natuur om ons heen.
De tuin die zo fleurig was een maand geleden begint duidelijk af te takelen. Dood blad op de grond. Verlepte bloemen. En overal takken vol zaad. De eenjarige planten in de potten op de tuintafel kunnen bijna de kliko in. Ze staan er mistroostig bij en brengen zo te zien de moed niet meer op om nieuwe bloemen te produceren. De laatbloeiers in de tuin doen hun best om er nog iets vrolijks van te maken. Maar als het regent en de wind blaast hard door de bladerrijke struiken en bomen is dat nauwelijks meer merkbaar. Er is geen houden meer aan.
De herfst is in aantocht.
Diep van binnen heb ik dan al het gevoel van heimwee naar de zomer.
Het besef dat we eerst weer door twee andere jaargetijden heen moeten is groot. Net als de blaadjes veranderen van kleur en hun houvast los zullen moeten laten zal ik me ook mee moeten laten voeren door de seizoenen van het leven.
De seizoenen zijn mooi en onomkoopbaar.
Behalve de bladeren die vallen is er in de herfst van alles te beleven. Het is een bijzondere tijd. Na de groei en de bloei van veel planten en bomen is de herfst de tijd van vruchtdragen.
Veel vruchtbomen hangen bijna zwaarmoedig met hun beladen takken naar beneden. Prachtige appels en groengele peren hangen uitnodigend aan de bomen hier langs de dijk. Soms slechts een dunne jonge stam met een enkele tak in hun kruin die vol hangt met rode glanzende appels. En dan weer een dikke oude perenboom die weet wat vruchtdragen is. Daar hou ik van.
Ze geven vrucht op hun tijd.
Blijkbaar zijn bloeien en vruchtdragen onlosmakelijk met elkaar verbonden.
En als dan de stormen komen worden de vruchten afgeworpen.
Als een zichtbaar resultaat van alles wat daaraan vooraf ging.
Gisterenavond kwam ik laat uit mijn werk na een hevige onweersbui. In de inmiddels donkere lucht flitste nog regelmatig de bliksem en verlichtte de weilanden en boerderijen op een mystieke en majestueuze wijze.
Ik reed de dijk over op weg naar ons huis. Opeens zag ik een aantal mensen aan de kant van de weg heen en weer lopen. "Wat zijn die nu aan het doen", mompelde ik zachtjes tegen mezelf.
Met verbazing zag ik dat ze met emmers in hun hand walnoten aan het rapen waren. Bijna midden in de nacht! Maar de weg lag werkelijk bezaaid met allemaal noten. Door de storm en regen tijdens de onweersbui waren ze in grote getale uit de bomen gevallen. Emmers vol lagen ze daar voor het oprapen. Over een poosje zouden ze in zakken te koop aan de kant van de weg staan.
Zo gaat dat hier aan de dijk.
Deze mensen wisten dat het nu de tijd was om ze op te rapen. Al was het midden in de nacht. De volgende dag zouden ze zeker verpletterd zijn door het vele verkeer wat hier langs gaat.
Ik vind het een schitterend beeld. En zie daarin zoveel van wat God in de schepping heeft gelegd en gesproken. Zonder woorden. Maar juist in de seizoenen wordt duidelijk wat God aan het doen is in deze wereld. Kan Hij straks de vruchten plukken van onze levensboom? Al is het midden in de nacht?Zo verschillend als wij mensen zijn zo verschillend zullen onze vruchten ook zijn. Ik vind het een wonder als ik die appels en peren aan de boom zie hangen. Of als ik zelf ook een zak vol walnoten bij elkaar heb gezocht. Het geeft me een gevoel van rijkdom. Zou God dat ook hebben als Hij naar onze vruchten kijkt? Ik hoop het maar.
Kijk eens naar de natuur om je heen zo aan het begin van de herfst.
En laat God tot je spreken in wat je ziet.
Laat je verbazen door het wonder van het leven.
Want juist in de herfst zijn de eerste tekenen van het nieuwe leven al weer zichtbaar.
Misschien heeft niemand dat ooit nog tegen je gezegd. Maar ik wens je een gezegende herfst toe!

ps. ik begrijp van verschillende mensen dat ze graag willen weten wanneer er een nieuw stukje is geplaatst. Als je dat even meld bij mij dat laat ik je via email weten dat er weer een nieuw artikel op staat.

zaterdag 3 september 2011

Een nieuwe bezem

We hebben een nieuwe bezem gekocht. Niet dat we er één nodig hadden hoor. Maar de nieuwe bezem is voor in de wagen. We hebben zo'n lekker ruime stationwagon en de bezem gaat standaard mee op reis nu. Als het ware een bezemwagen dus!
Nu hoor ik jullie denken "wat moet je nu met een bezem in de wagen?" Ik zal het je uitleggen.
Johan heeft de gewoonte al zo lang als ik hem ken en dus met hem meereis allerlei onraad en ongedierte (want ja dode dieren op de weg zijn toch ook ongedierte) van de weg op te rapen en netjes aan de kant van de weg te deponeren. Ik weet niet hoeveel dode katten, konijntjes en lamgeslagen vogels hij in zijn leven al netjes een laatste rustplaats langs de kant van een drukke weg heeft bezorgd. En dan nog niet te spreken van alle brokken hout, kartonnen dozen en betonblokken. Soms zie ik in de verte al iets opdoemen op het wegdek en denk ik; O nee, niet weer stoppen hoor! We hebben nu geen tijd!" Maar meestal trek ik aan het kortste eind tenzij ik zelf het stuur in handen heb. Johan overtuigd me keer op keer hoe gevaarlijk zo'n voorwerp wel niet op de weg is. En zuchtend zit ik dan even later in een ronkende auto te wachten totdat Johan zijn heldendaad weer heeft verricht. Ik ben heel trots op hem hoor. Echt! En als de klus weer geklaard is geef ik hem altijd toch weer een compliment voor zijn goede gedrag. Want zeg nu zelf. Waar vind je nog zo'n man? Die zijn toch zeldzaam?
Voor dit soort klusjes hebben we standaard plastic handschoenen in ons dashboardkastje liggen.
Want aan een platgereden kat is meestal weinig aaibaars meer aan. Die wil je echt alleen maar met handschoenen aanraken. Het arme beest.
Maar nu is ons hulpgerei dus aangevuld. Met een nieuwe bezem! Niet voor dode, platte en nare dieren overblijfselen maar gewoon voor grind. Want ook dat ligt vaak op het wegdek. En dan vooral in bochten waar het van een wagen afgeslingerd is. Weten jullie wel hoe gevaarlijk dat is?!
Het is levensgevaarlijk voor motorfietsen! Johan die zelf ook een hartstochtelijk fan is van motorrijden ziet bij zo'n hoopje grind zijn motorvrienden al onderuit gaan. Daarom hebben we nu dus een bezem in de auto!
Dus nog vaker stilstaan langs de kant van de weg. Nog vaker even zuchten.
Maar mijn man redt daar wel levens of zere knieën mee.
En dat is toch heel bijzonder!
Ook al blijf ik er vaak een beetje lacherig over doen, toch heb ik veel respect voor zijn goede gedrag.
En heel vaak moet ik op die momenten als ik daar zit te zuchten in de auto omdat ik weer moet wachten denken aan een bekend verhaal. Het verhaal van de barmhartige Samaritaan. Niemand had tijd om de gewonde man te helpen. Ze hadden het allemaal te druk met andere dingen. Maar Jezus niet. Alles liet Hij gaan. Als Hij ziet dat er iemand in nood is dan zet Hij als het ware Zijn auto aan de kant en stapt uit om te doen wat goed is.
Wat moet ik toch nog veel leren!

maandag 22 augustus 2011

Mooie mensen

Sinds een poosje werk ik op een andere woonlocatie voor verstandelijk beperkte mensen. Om therapeutisch mijn uren rustig op te kunnen bouwen. Dus nieuwe collega's en nieuwe cliënten.
Tijdens mijn eerste bezoek om kennis te maken zag ik mijn dagboek in het raamkozijn liggen.
Het voor mij welbekende frisse groen van de omslag lachte me als het ware tegemoet.
Ik had direct een mooi gespreksonderwerp.
"Ik zie dat jullie mijn dagboek gebruiken. Wat leuk zeg! Vinden jullie hem mooi?", vroeg ik aan de cliënten die bij me aan tafel zaten. Vragend keek ik in het rond wie er een antwoord zou gaan geven. Van alle kanten kwamen de reacties los. Ze waren zo blij met mijn Bijbelse dagboek voor verstandelijk gehandicapten! Elke dag na het avondeten werd er uit gelezen. "We vinden hem erg mooi hoor! Dank u wel dat u het hebt geschreven voor ons! We zijn er erg blij mee." Enthousiast kwam een vrouw van mijn leeftijd al handen wrijvend naar me toe. Met haar helblauwe wat scheve ogen keek ze me doordringend aan. "Ja, ik heb er ook één op mijn kamer, die heb ik voor mijn verjaardag gekregen.  Als ik ga slapen lees ik er elke avond uit. Hij is mooi hoor!" Ze boog dicht naar me toe en bewoog haar bovenlichaam ritmisch heen en weer.
Haar schorre stem klonk voor mij als een klok van de Martini Toren!
Een andere man stond op van zijn stoel, liep de tafel rond en schoof een andere stoel tegen de mijne aan. Toen het even rustig was geworden begon hij te praten. "Ik vind het heel bijzonder dat U dat boek voor mensen met een beperking hebt geschreven. Want weet U , er was niets voor ons. Ik knikte. "Ik wil wel graag uit de Bijbel lezen hoor maar ik vind het zo'n moeilijk boek, ging hij verder, deze stukjes begrijp ik ten minste. De meneer die hier bijbelclub geeft gebruikt hem ook altijd. Die is er ook blij mee."
Mijn dag kon niet meer stuk. Ik werd hier zo gelukkig van! O Heer, wat geweldig jubelde het in mijn hart. Ik denk dat de grijns op mijn gezicht tot ver achter mijn oren te zien was. Heerlijk om te horen dat mijn boek tot zijn doel komt.
Allereerst gaat mijn hart helemaal open voor deze mensen die zo heerlijk spontaan zijn.
Ik hou van ze, gewoon omdat ze zijn zoals ze zijn. Daarnaast ben ik zo blij dat ik juist voor deze doelgroep een dagboek heb mogen schrijven wat hen helpt bij hun geloof in God.
Hun geloof is vaak eenvoudig en to the point.
Dat merkte ik ook die keer dat ik bij een client die zelfstandig woont had meegegeten.
Mevrouw Nagtegaal (zoals hij me altijd plechtig noemt) had op verzoek een stukje uit de Bijbel gelezen en hij zou de maaltijd beeindigen met een gebed. Hij bad een bewogen gebed voor een aantal noden in de wereld en nog een fijne avond. Toen hij aan het eind van zijn gebed was gekomen sloot hij af met de woorden: "Heer, hier wilde ik het even bij laten, Amen."
In mijn verbeelding zag ik God glimlachen. En ik glimlachte mee.
In zijn woorden lag een belofte verborgen. De belofte dat ie snel weer contact op zou nemen.
Daar kunnen wij toch een voorbeeld aan nemen?

dinsdag 9 augustus 2011

Verven met een doekje

Gisteren heb ik voor het eerst van mijn leven geverfd met een doekje.
Ik had op een rommelmarkt een leuke houten bak gekocht. Of het nu een gereedschapskist was of een lectuurbak weet ik niet maar ik vond hem leuk en nam hem mee voor een prikkie. De jaren hadden hem een beetje doen verkleuren en verbleken. Een verfje zou hem geen kwaad doen dacht ik op weg naar huis. Omdat ik diezelfde dag ook een winkel met brocante kasten e.d. had bezocht kreeg ik een spontaan idee. Geen strak mooi verfje erop maar een soort half ,geveegd en niet super gedekt laagje room kleurige verf moest hem van een brocante jasje voorzien. Doe eens creatief! Een dag later stond ik buiten tussen de buien door mijn kistje te schuren. Toen ik mijn blik verf had geopend met een veel te scherpe schroevendraaier die ook nog eens in mijn hand boorde (au!!) bedacht ik dat ik maar geen kwast ging gebruiken. Dat werd veel te netjes. Daarom pakte ik een doekje en verfde (of wreef eigenlijk) ik mijn kistje in met de roomkleurige verflaag.
Het resultaat is....brocante!
Verven met een doekje echode het in mijn hoofd.
En een blog en een pakkende titel was weer geboren.
Want een blog schrijven is één ding. Een pakkende titel bedenken is minstens net zo belangrijk.
Een titel spreekt je namelijk aan of niet. Door een titel pak je een boek in de boekenwinkel of juist niet.
Ze werkt dat nu eenmaal.
Zo zijn er een aantal boeken die ik wilde lezen omdat de titel me bijzonder aansprak.
Zo hoorde ik eens op een cursus over een boekje met de titel: Moeten maakt gek. Alleen die titel sprak me al zo aan. Of bv een paar boekjes van Bill Hybels: Te druk om te bidden. Of Wie je bent als niemand kijkt.
Super titels vind ik dat.
Of bemoedigen doet goed; van Larry Crabb. Het is al vele jaren geleden dat ik dit boek las maar de titel komt nog vaak in mijn gedachten en herinnert me eraan dat het bemoedigen van elkaar zo belangrijk is.
Lang nadat je zo'n boek hebt gelezen blijf de inhoud je helder voor ogen staan. Omdat alles eigenlijk gezegd is in slechts één titel.
Je vergeet zo'n boek nooit meer. Dat is vakmanschap van de schrijver. Dat is kunst.
Dat is verven met een boekje!
Heb jij ook zulke titels in je hoofd?

woensdag 3 augustus 2011

Ik geloof in mezelf

Heel dapper staat het nu boven deze blog. Ik geloof in mezelf.
Misschien had je van mij iets heel anders verwacht. Zoiets als, ik geloof in God. Of ik geloof in de kracht van het gebed. Ik noem maar wat items die ik best als titel boven een mooi stukje had kunnen zetten.Want daar geloof ik ook in! Zeker wel. Al is het soms met vallen en weer opstaan.
Maar vandaag wil ik het daar niet over hebben.
Ik heb namelijk iets belangrijks ontdekt.
Luister maar.
Vorige week was ik weer in gesprek met mijn therapeut. Ze functioneert als een soort klankbord in de zoektocht waarin ik nu zit om weer een goede balans te kunnen vinden. Soms heb ik haar bevestiging nodig en moedigt ze me aan om op de ingeslagen weg door te gaan. En soms corigeert ze mij omdat ik een beoordelingsfout maak. Zo ging het ook deze keer.
Ik had haar een situatie voorgelegd waar ik zelf veel last van had. Ik eindigde mijn relaas met grote stelligheid dat ik mezelf op dat soort momenten zo zat was. Het moest maar eens afgelopen zijn met dat rare gedrag van mij! Ik wilde daar nu wel eens vanaf. Ik keek verwachtingsvol naar de persoon aan de andere kant van de tafel. Ze had vast wel een goede tip en handvatten om er vandaag nog mee aan de slag te gaan. Want zo zit ik in elkaar.
Een paar rustige blauwe ogen keken me diep aan. Haar gezicht vertoonde nog niet wat er nu ging komen.
Haar antwoord was onverwacht en heel duidelijk.
Margreet, accepteer jezelf nu eens.
Het is niet erg dat je zo reageert. Dat hoort bij jou. Dat hoort bij jouw persoonlijkheid. Je doet jezelf tekort als je tegen jezelf zegt dat je zo niet mag en wil zijn.
Ze praatte nog even door om de boodschap duidelijk tot me door te laten dringen. Ze legde uit dat ik het weliswaar op sommige momenten als zwakheid en lastig ervoer maar dat het te maken had met een waardevolle karaktereigenschap waar ik blij mee kan zijn.
Haar woorden raakten mijn hart diep. Mijn hele leven had ik met dit probleem geworsteld. Mijn eigen overtuiging had mij altijd laten geloven dat ik een groot probleem had.
En hier was iemand die zei dat het (of lees ik en dat is nog veel belangrijker) normaal was. Dat het een kostbare gaven is als je zo bent ook al heeft het zijn zwakkere kanten.
Conclusie van dit verhaal.
Ik mag in mezelf geloven. Ik ben een bijzonder mens, geschapen naar Gods beeld en zoals Hij mij bedacht heeft. Ik mag mezelf aanvaarden zoals ik ben. Ik ben waardevol. Ik mag er zijn.
Als christen ben ik vaak met de negatieve kanten van mezelf bezig. Alles waar ik in te kort schiet staat me helder voor de ogen. Veel te veel en veel te vaak ligt bij mij de nadruk op wat beter moet, op wat ik nog niet op orde heb enz.
Helaas wordt ik daar als ik de Bijbel lees ook vaak in bevestigd. De toon is vaak streng en belerend in mijn beleving.
Maar toch is  langzaam het besef gegroeid dat  de boodschap van de Bijbel een andere is. Jezus kwam om ons leven te geven. Overvloed aan vreugde en vrede met God en met jezelf.
Dat is pas leven!
Dat is geloven in jezelf! Want God gelooft in jou!

donderdag 21 juli 2011

Gedragsveranderingen

Sinds enige tijd zit ik thuis. In de ziektewet. Overspannen zoals we dat in het algemeen trachten te verwoorden. De emmer van wat ik aankan was overgelopen. De emmer zat al een tijdje vol. Dat had ik zelf wel in de gaten. Maar ik kreeg het niet voor elkaar om er wat water uit te halen. Door verschillende factoren ook van buitenaf, waar ik dus geen grip op had, ging het uiteindelijk mis. Ik trok het niet meer. De maat was vol en de emmer ook. Nooit gedacht dat het met mij zover zou komen. Ik kende de signalen van mijn lijf redelijk goed. En voor zover ik de mogelijkheden in huis had kon ik staande blijven daardoor. Maar nu dus niet. Stoppen was overduidelijk het signaal van het rode lampje wat ging branden. 
Geen werk even. Geen druk van wat moet. Maar wel werk aan de winkel. Dit keer was ik zelf het punt van aandacht en zorg. Omdat ik behoorlijk analytisch ben wist ik zelf allang waar ik aan de slag mee wilde gaan. Hulptroepen werden ingeschakeld. Een aantal therapeuten, mijn man en een aantal vriendinnen met wie ik lief en leed al reeds lange tijd deelde. Ik wist dat dit de tijd was om echte veranderingen vorm te gaan geven. Ik wilde het graag en zag meer dan wie dan ook dat het de hoogste tijd werd om van een aantal systemen die zich in mijn doen en denken hadden vastgeklemd afstand te gaan nemen. Maar o, wat was dat moeilijk! Ik zag dat ik een aantal overlevingsmechanismen had ontwikkeld in al die jaren van zorg en stress die heel slecht voor me waren. Ze hadden me toen wel staande gehouden maar nu zag ik heel duidelijk dat het een blok aan mijn been was geworden. Ik kon als het ware niet fatsoenlijk lopen. Ik geloof met heel mijn hart dat God ons vrij wil maken, dat het Zijn verlangen is dat we voluit leven en genieten van alles wat Hij geeft. Maar zo voelde ik me helemaal niet. Ik zat gevangen in mijn eigen pijn die mij gevormd had tot wie ik nu was.
Ik ging op alle fronten de confrontatie maar gewoon aan.  Heel langzaam beginnen er nu andere patronen in mijn leven merkbaar te worden.
Mijn zelfbeeld veranderde langzaam in gezonde zelfacceptatie. Mijn turbosysteem van hoe ik alles graag regelde en deed probeerde ik uit te zetten. (je hoort wel aan de toon waarop ik dit zeg dat het me nog moeite kost). En liefde moest de nieuwe motor worden die alles aanstuurt.
Het is geen makkelijke weg. De oude systemen zijn hardnekkig en zelfs gemeen. (wie zou ze in ons hart gepland hebben!?) Maar de zekerheid dat God zelf de maker en bouwmeester is van Margreet Nagtegaal geeft mij goede hoop. En dat geldt voor iedereen.

maandag 11 juli 2011

Dromen zijn geen bedrog

Vanmorgen werd ik met een raar hoofd wakker. Mijn gezin zou nu gelijk kunnen reageren dat ik altijd een raar hoofd heb als ik uit bed kom. En toegegeven. Als mijn eerste blik in de badkamer per ongeluk de spiegel tegenkomt schrik ik ook. Maar dat is nu niet wat ik bedoel.
Wat had ik ongelofelijk raar liggen dromen!
Ik ga hier niet eens vertellen wat. Het was bizar, verwarrend en absoluut geen gewone-Margreet-droom.
Maar het was zo heftig geweest dat ik het eerste half uur een beetje verdwaasd op de bank zat met glazig kijkende ogen en fanatiek happend in mijn boterhammetje met jam. Alsof ik daarmee al kauwend vanzelf wel weer in  de realiteit terug zou kunnen komen.
Hoe kom ik aan zo'n rare droom? Waar slaat dit op? Hoe haal ik in vredes naam zoiets naar boven?
Het gebeurt me een enkele keer vaker. Dat een droom me erg kan verwarren. En dat een droom zoveel met je doet. Dat je werkelijk het gevoel hebt uit een andere wereld te stappen zodra je 's ochtends je slaperige ogen opendoet. Een wereld die  eigenlijk helemaal niet de jouwe is. Waar frustratie en machteloosheid omdat iets je niet lukt of omdat iemand je achternazit een allesomvattend gevoel is wat achterblijft al lang nadat je je ogen open hebt en je het ritme van de dag probeert op te pakken.
Vanmorgen wilde ik eens proberen te achterhalen waar deze droom vanuit mijn onderbewustzijn een oorsprong had kunnen vinden. Ik weet niet veel van dromen uitleggen hoor. Daar heb ik echt geen ervaring mee. Maar ik geloof wel dat veel van wat we dromen zijn wortels heeft in een gigantisch reservoir van ervaringen, gevoelens en gedachten diep verborgen in ons hart en leven.
Toen ik vanmorgen aan Johan over mijn droom vertelde ontdekten we al heel snel waar het allemaal vandaan was gekomen. Al pratend ging ik steeds meer begrijpen waar het thema van de droom vandaan kwam. Het was eigenlijk direct duidelijk. Het was een belangrijk thema in mijn leven. Johan beaamde direct dat dat niet zo moeilijk was. Zoals een man soms haarscherp gevoel en realiteit kan scheiden. Opgelucht haalde ik adem. Het was nog steeds een bizarre droom. Maar ik begreep waar het vandaan kwam.  Het hielp me zelfs om naar mezelf te kijken. De droom liet me haarscherp zien dat mijn manier van vechten helemaal niets opleverde. Alleen maar frustraties en een machteloos gevoel. Daar ga ik maar eens mee aan de slag.
Dromen zijn geen bedrog!

vrijdag 8 juli 2011

Daar is ie dan!

Hier is ie dan!
Mijn weblog!
Het is allang niet origineel meer maar dat is dan jammer.
Schrijven is mijn passie en aangezien er even geen nieuw script op de plank ligt is een weblog een mooie uitlaatklep voor mijn gedachtespinsels.
Want schrijven begint in je hoofd en in je hart of wellicht in allebei. En als je het dan niet opschrijft vervliegen de mooie verhalen en gedachten. En niemand heeft er meer wat aan. Dat is voor mij de passie van het schrijven. Woorden geven aan al die mooie en ook moeilijke dingen in het leven. En dan ontdekken dat er zoveel herkenning vaak is. Daar kun je elkaar mee helpen. Daarom vind ik schrijven fijn.
Mijn man zeurt al een poosje aan mijn hoofd wanneer ik nu aan een nieuw boek ga beginnen. Regelmatig heeft hij daarover een goed idee. Maar de onderwerpen die hij aandraagt zoals sciencefiction, veeg ik steeds direct van tafel. Droom maar lekker verder roep ik dan, daar kan ik geen boek over schrijven.
Maar zoals het een goede man en echtgenoot betaamd geeft hij het niet op om zijn vrouw te stimuleren waar ze goed in is.
Het idee om een weblog bij te houden kwam dan ook bij hem vandaan.
Midden in de vakantie. Terwijl ik vanuit ons kleine raampje in onze loft in Oldebroek uitkijk over een riante tuin met een privé zwembad begin ik nu aan mijn weblog.
Zoals de titel van mijn log al doet vermoeden zal ik vooral schrijven over herkenning van gewone en soms ongewone dingen. Over het mens zijn ten voeten uit. En over de relatie met God met al zijn ups en downs. Voor mij een zoektocht voor het leven.
Zullen we op weg gaan?