dinsdag 4 oktober 2011

Boos op God

Wie heeft dat nou niet! Boos zijn op God.
Gevoelens van irritatie en heftige waarom vragen aan het hemelse adres.
Vaak is God niet te begrijpen. Vooral op die moeilijke momenten als dingen heftig en zwaar zijn.
Ik heb het ook. Ik geef het eerlijk toe.
Voordat je denkt dat ik zal gaan preken, daar hoef je niet bang voor te zijn. Dit stukje gaat helemaal over mijzelf. Je kunt het met een gerust hart lezen.
Ik denk dat ik voor de meesten van jullie als een zeer gelovige vrouw overkom of bekend sta.
Ik ga al jaren meestal elke zondag trouw naar de kerk. Ik bid netjes voor mijn dagelijks boterham met oude kaas en mijn warme prakkie. Ik lees zelfs in dat oude boek de Bijbel. Tjonge.
Als je dan toch geen goed christen ben dan weet ik het ook niet meer.
Maar zoals beloofd hier een bekentenis.
Ook ik heb soms boze gedachten en gevoelens naar God toe. Ik begin nu een beetje te begrijpen waar ze vandaan zijn gekomen. Ik vertel dit aan de hand van een verhaal uit de Bijbel.
Ik zal het in mijn eigen woorden vertellen.
Er was eens een man. Hij had twee zoons, de oudste was Nico en de jongste heette Bram. Hij hield van allebei ook al waren ze heel verschillend van karakter. Nico was trouw, en had een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Hij deed wat zijn vader aan hem vroeg. Hij werkte hard en ging wonen in het huis achter de boerderij van zijn vader. Zijn hele leven werkte hij op het land en het bedrijf van zijn vader maakte winst door zijn goede management.
Zijn vader zal wel trots op Nico geweest zijn.
Bram de jongste was heel anders. Die hield niet van de gebaande wegen. En al helemaal niet die van zijn  vader. Bram wilde voluit leven en genieten. Geen regels die hem zouden beperken en zeker geen saai leven waarin van alles moet. Op een dag pakte hij zijn koffer en nam het vliegtuig naar de andere kant van de wereld. Hij zocht de zon op en het vertier met mooie vrouwen en veel bier. Zijn vader betaalde wel.
Hier stop ik even met mijn verhaal en stel jullie een vraag. Op welke zoon lijk ik het meest?
Nico of Bram? Geen moeilijke vraag toch? Ik denk dat je gelijk hebt.
Helaas voor mij. Want het verhaal gaat verder en dan kom ik er toch niet zo goed vanaf.
Luister maar.
Nico doet dagelijks trouw wat van hem verwacht wordt. Het bedrijf van zijn vader vaart er wel bij. Hij maakt lange dagen en gunt zich niet veel tijd voor hobby's en ontspanning. Hij is tevreden over zijn werk. Later met zijn pensioen hoopt hij van zijn  welverdiende rust te genieten. Aan zijn broer Bram denkt hij liever niet. Die heeft het allemaal verprutst. Nico verwacht niet dat hij ooit nog welkom is op de boerderij. De lozer!
Bram komt na een tijd van uitbundig uitgaan in de geld problemen. Zijn pinpas is geblokkeerd en er is geen cent meer te makken. Hij krijgt ruzie met zijn hotelmanager omdat hij de rekeningen niet betaald. Uiteindelijk staat hij elke avond in de keuken de vieze troep af te wassen om zijn kleine donkere zolderkamer te betalen. De restjes van de borden eet hij stiekem op omdat hij geen geld heeft om zelf eten te kopen. Vrienden heeft hij niet meer. Die willen alleen maar uitgaan en drinken op zijn kosten.
Wat baalt hij ervan. Hoe heeft het zo kunnen lopen? Met weemoed denkt hij terug aan zijn jeugd. De tijd dat hij een schoon bed had en de bedienden van zijn vader hem elke dag ruimschoots een goede maaltijd voorzetten. Het verlangen naar huis wordt elke dag groter. Op een dag besluit hij met een vrachtwagen naar Nederland mee terug te liften. Als ie alleen al stalknecht kan worden is ie al blij.
Tot zijn grote verbazing wordt hij thuis warm en liefdevol ontvangen. Zijn vader is zo blij dat Bram weer thuis is gekomen. Hij had hem zo gemist want hij hield van hem. Ook al had hij een heel ander karakter dan Nico. Het was zijn zoon! En hij was weer thuis. Zijn vader organiseerde een groot feest ter ere van zijn  thuiskomst. Bram ontdekte dat het nergens zo goed was als thuis. Hij zag nu pas echt dat het geen leven vol beperkingen was. Maar dat zijn vader een goede en liefdevolle man was die wilde dat hij gelukkig zou zijn.
En nu Nico, de oudste zoon. Waar is ie in het verhaal gebleven? Kijk daar zit ie. Te mokken achter de schuur, hij trapt van boosheid en frustraties tegen de deurpost die aan splinters vliegt.
Hij heeft helemaal geen zin in een feestje. Zijn ze gek geworden? Hij heeft zijn vader nog nooit zo zien huilen. Niet van verdriet maar van overweldigende blijdschap omdat die lapzwans van een Bram weer terug is. Is hij vergeten dat hij al het geld van zijn vader had opgezopen en aan de meest vulgaire dingen had uitgegeven? Nico is razend. Boos om de vergevingsgezindheid van zijn vader. Waarom hield hij nog steeds van Bram? Die verdiende het niet, maar hij wel. En hij merkte het nooit. Voor hem werd nooit een feestje gehouden.
En hier komen we bij de boosheid van Nico. Je weet wel de zoon waar ik zoveel op lijk!
Net zoals Nico doe ik mijn hele leven mijn best om te leven zoals ik denk dat God dat van mij vraagt.
Uit plichtsbesef, uit trouw en misschien ook wel uit angst.
Daardoor kan ik nauwelijks zien en beleven dat God, mijn vader, enkel en alleen mijn geluk voor ogen heeft. Hij wil dat ik geniet van alles wat ik heb. Van mijn relatie met mijn man, mijn kinderen, een pasgeboren baby of een speelse hond. Het leven in alle facetten en veelkleurigheid, werken, muziek, bezittingen, enz. enz. Thats all! En die gehoorzaamheid is geen doel op zich maar draagt er slechts toe bij dat ik in vreugde kan leven in vrede en liefde met God en met mijn naaste.
Dan wordt het een feest om te leven in de nabijheid van een liefdevolle vader.
Ik geloof dat ik toch maar mijn feestjurk uit de kast ga halen!

1 opmerking: